Anders werkend brein

Concrete situaties hebben soms veel context. De onderdelen van die context worden bij een doorsnee persoon spontaan aan mekaar gekoppeld terwijl mensen met autisme op een detail gaan inzoomen. Er is bij hen een lokale hyperactiviteit zichtbaar in de hersenen en een verminderde activiteit op de lange afstand. Waar doorsnee mensen snelwegen hebben om van het ene stuk naar het andere te springen hebben zij stoffige olifantenpaadjes. Boodschappen die gelaagd zijn en verschillende contexten met elkaar vermengen zorgen bij mensen met autisme dus voor ongemak.

Waar doorsnee mensen snelwegen hebben om van het ene stuk naar het andere te springen hebben zij stoffige olifantenpaadjes.

Overheersende gevoelens

Ook met betrekking tot gevoelens kunnen mensen met autisme snel op een bepaald gevoel gaan focussen dat alles overheerst. Wanneer een hongergevoel de kop op steekt is het voor hen moeilijker dit te onderdrukken en zal hun gedrag hierdoor meer beïnvloed worden. In hun hersenen wordt bij wijze van spreken geschreeuwd en is er weinig communicatie met andere gebieden. Ook bij het oproepen van herinneringen kunnen de emoties die bij een herinnering horen allesoverheersend worden. Mensen met autisme zullen hierdoor makkelijker terug boos worden wanneer ze aan een lastig moment terugdenken. Het kan als begeleider helpend zijn om hier het helikopterzicht te helpen bewaken. Dit kan je doen door de persoon de volledige situatie te laten beschrijven door meerdere vragen te stellen en aan de hand van die vragen samen een tijdslijn op te bouwen.

Positieve kanten

Er zijn ook positieve eigenschappen verbonden aan autisme zoals out of the box denken en het opmerken van kleine veranderingen in omgeving, geluid, voorkomen van mensen enzoverder. Mensen met autisme merken details op die anderen sneller over het hoofd zullen zien. Ook hebben zij een grotere taakspanning met betrekking tot repetitieve taken gezien zij makkelijker alert kunnen blijven voor details.

Keuzestress

Het organiseren van een dagverloop is moeilijker voor mensen met autisme. Mensen zonder autisme plannen hun dag een beetje zoals een PowerPointpresentatie: je schuift en schippert wat met de slides tot een logisch geheel ontstaat. Bij mensen met autisme is die PowerPointpresentatie vervangen met een diaprojector: een dia wordt haarfijn geprojecteerd maar het is onmogelijk om zomaar van dia 1 naar dia 5 te springen. Wanneer een dia bijgevoegd moet worden kost het ook heel veel moeite omdat eerst alle andere dia’s hiervoor moeten opschuiven. Het nemen van een eerste stap is moeilijk voor mensen met autisme.

Bij mensen met autisme is de PowerPointpresentatie vervangen met een diaprojector: een dia wordt haarfijn geprojecteerd maar het is onmogelijk om zomaar van dia 1 naar dia 5 te springen.

‘Mijn deur staat altijd open’ is voor hen geen ondersteunende uitnodiging tot gesprek. Het aanleren van een opeenvolging van stappen lukt wel. Daarom kan je als begeleider ook best zelf de eerste stap nemen, bijvoorbeeld door vaste gespreksmomenten af te spreken. Keuzevrijheid is voor elke mens belangrijk voor het geluksgevoel. Je kan het maken van keuzes als begeleider voor mensen met autisme ondersteunen door een keuzevorm aan te bieden die past bij hun manier van denken. Zo kan het helpen te laten kiezen tussen 2 alternatieven. Je kan de keuzemogelijkheden dus telkens in paren aanbieden: a of b, b of c, c of d, etc. Door de keuzes zo aan te bieden vergroot je de mogelijkheden zonder te overprikkelen. Tenslotte kan je ook altijd de vraag stellen of de persoon met autisme zelf wil kiezen of jou een keuze wil laten maken in zijn plaats. Ook dàt is een keuze.

Spontane inleving

Een grote uitdaging voor mensen met autisme is spontaan rekening houden met gevoelens en gedachten van anderen. Mensen met autisme staan er vaak onvoldoende bij stil dat anderen niet altijd weten wat zij weten, denken wat zij denken en voelen wat zij voelen. Wanneer zij iets vertellen kunnen ze uit het niets een onderwerp aansnijden waar jij als toehoorder weinig aanknopingspunten mee hebt. Ze staan er dan onvoldoende bij stil of je mee bent in het verhaal of essentiële stukken mist en kunnen hierdoor de neiging hebben door te drammen. Het normale tweerichtingsverkeer in gesprek (jij zegt iets, ik zeg iets dat erop aanvult) ligt moeilijk voor hen, omdat het voortdurend afstemming vraagt. Zij kunnen dan ook vaak alternerend interviewend of overweldigend overkomen.  

Mensen met ASS slagen er als adolescent en volwassene meestal wel in om perspectiefnemingsvaardigheden in een experimentele situatie tot een goed einde te brengen. Ze beredeneren en compenseren dmv hun intelligentie. Wanneer het echter gaat om het (razendsnelle en veel meer overprikkelende) dagelijkse leven, zien we dat mensen met ASS het perspectief van de ander meestal onvoldoende in rekening brengen. Daar waar mensen zonder ASS (ook wel neurotypische mensen genaamd) de verschillende standpunten integreren, blijft dat voor mensen met ASS levenslang een bewuste opdracht die heel wat aandacht en energie vergt.

Egocentrisme vs altruïsme

Door hun manier van denken kunnen mensen met autisme anderen onbedoeld kwetsen en zijn ze soms ook een stuk naïever. Ze merken niet altijd wanneer iemand vreemd gedrag gaat stellen en zullen iemand die zij als vriend beschouwen ook minder snel in vraag stellen wanneer die bijvoorbeeld gedrag stelt dat door anderen als misbruik zou beschouwd worden. Doordat ze zich moeilijk kunnen inleven in anderen komen ze algauw egoïstisch over. Het gaat hier echter eerder om egocentrisme, wat grotendeels onbewust verloopt. Stel dat vader zondagochtend voor zijn twee kinderen altijd om 2 chocoladekoeken gaat en op een dag heeft hij er maar 1 mee dan zal zijn kind met autisme zijn koek zonder nadenken opeten in plaats van te delen, omdat zijn ochtend voor hem zo klopt. Naast egocentrisme is ook overdreven altruïsme mogelijk. Bijvoorbeeld altijd meefietsen tot een bepaald punt, iets klaarmaken zoals de partner dit het liefst wil, kortom overdreven fixeren op de noden van anderen waardoor eigen noden op de achtergrond komen. Omdat keuzes voor hen moeilijk zijn, nemen zij soms gedrag van anderen over uit gemak.

Zintuigen op scherp, het voorspellende brein

Een oefening; je stapt uit je auto na je werk en gaat je huis binnen, wat gaat er door je hoofd? Bij het thuiskomen zijn we vaak in gedachten al bij andere dingen. Dit komt doordat we niet constant alles rondom ons moeten verwerken om gepast te handelen. Stel dat je echter thuiskomt en er gebeurt iets onverwacht (je betrapt een inbreker bijvoorbeeld) dan ga je morgen niet op dezelfde manier thuiskomen maar je zintuigen zullen de volgende dag op scherp staan.

Alles zal feller binnenkomen en je zal waakzamer zijn. We verwerken met andere woorden pas zeer bewust wanneer we de context als onvoorspelbaar ervaren. Op dat soort momenten schakelen onze hersenen over van automatische piloot naar hyperalert. Voor mensen met autisme is dit niet anders. Echter, hun denken is heel anders. Door hun focus op details (die vaak zeer veranderlijk zijn), hun moeilijkheden met snel terugblikken op eerdere ervaringen, het zich verbeelden wat er zou kunnen volgen én doordat reacties van anderen hen vaak verrassen, ervaren zij de wereld als erg onvoorspelbaar. Hierdoor staan hun zintuigen vaak in hyperalerte modus, wat zeer veel energie vraagt. Volledig herkenbare situaties zijn voor hen dan ook aangenamer, zoals bijvoorbeeld gamen. Je kan als begeleider hierin helpen door te structureren en voldoende voorspelbaarheid te bieden. Vrije tijd is in hoofdzaak bedoeld om tot rust te kunnen komen. Daarom is het belangrijk om zeker op dit gebied geen gevarieerde invulling te verwachten. Herhaling betekent voorspelbaarheid en voorspelbaarheid betekent de mogelijkheid om zich zintuiglijk makkelijker wat meer af te sluiten.

De ijsberg

Net zoals bij elke mens is gedrag ook bij mensen met autisme maar het topje van de ijsberg. Gedrag kan heel divers zijn: clownesk, onbeleefd, boos, afwezig, enzoverder. Het is belangrijk als begeleider te gaan zoeken wat zich onderaan de ijsberg bevindt. Zo was er een jongen van wie de moeder telkens verfrommelde lesblaadjes onderaan zijn rugzak vond voor het vak wiskunde. Moeder dacht dat er iets scheef zat met de leerkracht wiskunde, maar bij navraag gaf de jongen simpelweg als antwoord ‘De leerkracht heeft gezegd dat we voor dit vak vanaf nu met losse blaadjes werken.’ De jongen had dit te letterlijk geïnterpreteerd met dit gevolg. Het is belangrijk om als begeleider door te vragen en op zoek te gaan naar de aanleiding bij veranderend gedrag.

Prikkels

Omdat mensen met autisme erg prikkelgevoelig zijn zullen zij soms zelf prikkels uit hun omgeving trachten te overstemmen, bijvoorbeeld door in lawaaierige ruimtes zelf eigen muziek luid op te zetten. Als begeleider kan je helpen met het zoeken naar prikkelarme ruimtes. Je kan bijvoorbeeld werken met een licht dat aan gaat op de kamer in plaats van te kloppen op de deur. Ook noisecancelling headphones vinden veel mensen met autisme aangenaam. Daarnaast bestaan er fidget cubes. Mensen met autisme houden namelijk vaak van repetitieve bewegingen omdat dit voorspelbaarheid creëert. Wanneer je bijvoorbeeld in je handen wrijft weet je op voorhand welke sensatie je zal krijgen. Je maakt van je fysieke beleving zo een voorspelbaar en controleerbaar factor. Soms is er ook een voorkeur voor zachte stoffen (bijvoorbeeld een fleece deken) of kan met plafondprojecties gewerkt worden in de kamer om de ruimte aangenamer in te richten.

Omdat mensen met autisme erg prikkelgevoelig zijn zullen zij soms zelf prikkels uit hun omgeving trachten te overstemmen.

Hulpvraag

Hulp vragen is moeilijk voor mensen met autisme omdat het zelf nemen van nieuwe stappen voor hen lastig is. Zij zullen een ondersteuningsnood bij zichzelf ook moeilijk onderkennen of anders benoemen. Bijvoorbeeld steevast ontkennen stress te hebben maar constant zenuwen, dat hebben ze wel. Chatten is voor hen een dankbare communicatievorm omdat dit minder direct is. De vorm van een chatgesprek is ook eenvoudiger - geen gelaatsuitdrukking als extra prikkel bijvoorbeeld - waardoor ze sneller durven vragen stellen. Als begeleider kan je mensen met autisme helpen door scenario’s te doorlopen van taken die moeilijk voor hen zijn, bijvoorbeeld wat te doen als de bus niet komt. Durf hen ook een spiegel voor te houden met betrekking tot wat hun reacties met jouw emoties doen. Bijvoorbeeld ‘Amai, daar schrik ik van! Begrijp je dat ik daarvan schrik?’ Uit duidelijke reacties, die doorsnee mensen niet vaak zullen geven, kunnen ze bijleren over de impact van hun gedrag. Echter, pas vanaf het 2e 3e leerjaar wordt het echt zinvol om bij een kind aan te geven hoe gedrag bij jou overkomt (wil je zo zijn?).

Meer weten? Bezoek https://www.tanderuis.be/ of ga eens langs in de ASStheek, een onthaal- en ontleencentrum dat heel wat relevante documenten en tools met betrekking tot autisme bevat!
https://www.tanderuis.be/actueel/categorie/asstheek
Contact: info@thuisbegeleidingautisme.be