Schaars, duur en lange wachtlijsten

Maar zelfs wanneer je recht hebt op dat persoonsvolgende budget, blijkt het voor sommige jongvolwassenen onmogelijk om de gepaste ondersteuning te krijgen. De (semi)gesloten volwassenhulp waar jongvolwassenen met een samenspel van meervoudige problemen terecht kunnen, zijn schaars, duur en kennen lange wachtlijsten. Jongvolwassenen met gedragsproblemen krijgen vaak te weinig budget toegewezen om deze gespecialiseerde hulpverlening te kunnen betalen, omdat gedragsmatige en psychische problematieken te weinig aan bod komen in de berekening. Het reguliere volwassenaanbod houdt liever de boot af wanneer ze aanvoelen dat een jongvolwassene te ‘gedragsmoeilijk’ zou kunnen zijn.

Op straat, een misdrijf of geïsoleerd in een tentje?

Kwetsbare jongvolwassenen blijven hierdoor perspectiefloos ronddobberen in het niemandsland, ergens tussen op straat, crisisplaatsen en conflictueuze overbruggingen in jeugdhulpvoorzieningen. Hoewel deze jongvolwassenen in uitzonderlijke omstandigheden tot 25 jaar in een MFC kunnen verblijven, zien we dat zij meestal moedeloos en ontgoocheld zelf de jeugdhulp ontvluchten.

“Kwetsbare jongvolwassenen blijven perspectiefloos ronddobberen in het niemandsland, ergens tussen op straat, crisisplaatsen en conflictueuze overbruggingen in jeugdhulpvoorzieningen.”

Een gebrek aan perspectief brengt deze kwetsbare jongvolwassenen uiteindelijk naar onveilige of criminele milieus, prostitutie en in het ergste geval eindigt het ergens in een tentje waar ze totaal geïsoleerd verkommeren. We moeten hier als maatschappij een standpunt tegen innemen en ijveren voor jongvolwassenen die zelf niet in staat zijn om voor hun belangen op te komen.

In de diepte

De hoogte van een persoonsvolgend budget wordt bepaald door de afname van een zorgzwaarte-instrument. We moeten ons afvragen of dit niet te veel focust op 'klassieke beperkingen': kan de persoon zelfstandig de bus nemen, kan de persoon zichzelf aankleden, etc...? Een jongvolwassene die we in gedachten hebben terwijl we dit artikel schrijven kan zichzelf bijvoorbeeld wel aankleden, wassen en eten. Ook kan hij het openbaar vervoer gebruiken zonder hulp van anderen. Toch heeft deze jongere bijna constant 1 op 1 begeleiding nodig. Wordt de psychische component of de gedragsproblemen, die de oorzaak zijn van de vele weigeringen van vervolghulp in het volwassenenaanbod, wel voldoende gewogen in de berekening van de budgethoogte?

Lang geleden konden jongvolwassenen met ernstige gedragsproblemen en een hoge ondersteuningsnood in de langdurige (woon)psychiatrie terecht. Maar deze langdurige verblijfsplaatsen in psychiatrische centra zijn onder impuls van de vermaatschappelijking inmiddels verdwenen. Hierdoor kunnen gedragsmoeilijke jongvolwassenen met meervoudige problemen enkel nog in de langdurige zorg van VAPH-voorzieningen terecht.

Tegelijkertijd is de volwassen VAPH-sector integraal hervormd naar een persoonsvolgend financieringssysteem, waarbij voorzieningen niet meer rechtstreeks gesubsidieerd worden maar de personen met een beperking een budget krijgen om hun hulp mee in te kopen. Dit maakt ook dat er nog weinig solidariteit zit in het systeem voor de allerzwaksten zonder netwerk of eigen middelen. Ieder krijgt waar hij 'objectief gemeten' recht op heeft met zijn eigen budget, maar dat budget is voor jongeren met een zware rugzak, zonder netwerk en met ernstige gedragsproblemen (die ook niet zomaar verdwijnen bij meerderjarigheid) vaak te laag.

“We moeten ons de vraag stellen of het PVB de juiste financieringsvorm is voor deze doelgroep, die tussen wal en schip dreigt te vallen”

Te weinig gespecialiseerd aanbod en geen opnameverplichting

Er bestaan geen volwassenenvoorzieningen meer die rechtstreeks gesubsidieerd worden (met uitzondering van forensische werkingen voor geïnterneerden met een beperking) en volwassenen-voorzieningen kunnen in tegenstelling tot MFC 's niet verplicht worden tot opname. Je komt daardoor in situaties waarin jongeren uiteindelijk hun PVB, en dus hun recht op ondersteuning, als volwassene verliezen omdat niemand hun centen wil aannemen.

We moeten ons dan ook de vraag stellen of het PVB dan ook de juiste financieringsvorm is voor deze doelgroep, die tussen wal en schip dreigt te vallen. En of we voor deze doelgroep niet beter een zorgaanbod zouden financieren, waarin ze gegarandeerd terecht kunnen? Ook jongvolwassenen met een rugzak, met complexe problematieken, zonder netwerk of centen hebben recht op gepaste begeleiding, toch? Liefst nog voor het te laat is.

Benjamien Calsyn en Tim Leyssens I MFC Wagenschot