Hoe ben je in de sector gestart? Met welke opleiding, welke verwachtingen?

Ik ben heel idealistisch gestart vanuit mijn opleiding pedagogie in Leuven en begon mijn carrière in 1979 bij een VAPH-voorziening in Oostduinkerke. Mijn idealisme heb ik zeker mee gekregen van thuis uit, mijn ouders waren beiden ook zeer geëngageerde mensen die werkten binnen het onderwijs en heel betrokken waren op het jeugdwerk in mijn geboortestad  Nieuwpoort.

Alhoewel ik in de VAPH-voorziening kansen kreeg, ervaarde ik de werking als zeer gesloten en bleef ik bijgevolg ontvankelijk voor een nieuwe tewerkstelling.  Toch heeft het geduurd tot ik de vacature voor thuisbegeleiding binnen de Jeugdzorg zag passeren voor ik van job veranderde. Het betrof de vacature verantwoordelijke gecombineerd met deeltijds begeleidende functie van een nieuwe vzw, met name Golfbreker,  die net was opgericht in 1991. De sector van de Bijzondere Jeugdzorg was toen nieuw voor mij,  maar ik  dacht ‘nu moet ik het doen’.

Erg spannend toch wel?

Jazeker want we startten ook met een vrijwel leeg blad. Bij de start bestond de organisatie slechts uit mezelf en mijn collega Veerle Vancauwenberge, met wie ik meteen een enorme klik had en met wie ik tot op vandaag samenwerk. We kregen meteen het volste vertrouwen van het bestuur, wat ons echt een boost heeft gegeven.

Waarom werd die vzw toen precies opgericht?

De oprichting van vzw Golfbreker door enkele sociaal geëngageerde stichtende leden, kaderde in de nieuwe werkvorm thuisbegeleiding die werd ontwikkeld onder aansturing van Wivina Demeester. Ondanks onze initiële bezetting van slechts twee medewerkers werd onze dienst nooit gesloten, ook niet tijdens vakanties. We waren beiden twee jonge moeders van een kroostrijk gezin, wat de combinatie met het werk soms zwaar maakte. Maar vanuit ons idealisme en met onderlinge steun kregen we alles steeds gebolwerkt. Het was een mooie tijd en we leerden enorm veel bij, in alle openheid. De autonomie die de Raad van Bestuur ons gaf, moedigde ons aan onze volle verantwoordelijkheid voor de uitbouw van de dienst op te nemen.

Ik hoorde je al enkele waarden benoemen waaronder openheid, samenwerking, idealisme. Zijn er nog waarden die voor jou erg belangrijk zijn geweest?

Jazeker! Bezieling, authenticiteit en balans zijn voor mij allemaal belangrijke waarden geweest. Ik heb getracht steeds een bezielend leider te zijn die authentiek gelooft in datgene waar je voor staat. Ik besefte ook wel dat je niet in alles goed kan zijn maar dat hoeft ook niet. Je moet kunnen en durven vertrouwen op de personen die je omringen. Vertrouwen krijgen wordt gewaardeerd door medewerkers en zet hen in hun kracht.

Golfbreker ontwikkelde zich van bij het begin gericht op samenwerking, externe aansturingen vanuit het Agentschap werden steeds gezien als inspirerend. Daarnaast streefden we ernaar onze expertise maatschappelijk ten dienste te stellen. Zo hebben we de oprichting  van twee lokale projecten gesuperviseerd vanuit onze expertise. Het is een beweging van geven en nemen.. Blijven evolueren als organisatie is onontbeerlijk. Dat wil daarom niet zeggen dat je steeds op elk project moet springen maar je moet er wel voor open staan en beredeneerd met kennis keuzes maken. Het is belangrijk de identiteit van je organisatie niet te verloochenen en te blijven werken aan die identiteit.

Heb je soms ook eenzaamheid ervaren in je positie?

Soms wel, wanneer je eindbeslissingen moet nemen. Ook hier hebben mijn waarden mij geholpen en dan vooral de aandacht voor balans. Het evenwicht houden tussen het belang van de organisatie en het belang van medewerkers gaf mij richting om de juiste keuzes te kunnen maken.

Het hielp ook om met collega-voorzieningen te kunnen uitwisselen en bijvoorbeeld de dienstverlening van Jo-In, als netwerkorganisatie die organisaties bijeen brengt, heeft mij hier in geholpen.

En niet onbelangrijk de natuur als hulpbron, ik heb het privilege  aan  zee te wonen. Strandwandelingen helpen mij mijn gedachten te ordenen,  los te laten, werken stressverlagend en  geven mij telkens weer frisse energie.

Hoe ijverde jij voor de belangen van medewerkers?

Volop inzetten op de talenten die er zijn! Wie ambitie heeft om zich naast zijn vast pakket te engageren voor nevenopdrachten moet je kansen geven, denk bijvoorbeeld aan de coördinatie van stagebegeleiding, oudertraining etc.

Daarnaast moet een medewerker ook een goed gevoel krijgen als hij de werkvloer betreedt. Je moet je verbonden kunnen voelen op je werk en zin hebben om aan de slag te gaan. De tijd die je aan werk besteedt neemt toch een grote hap uit je leven, zowel professioneel als als mens. Om hier als leidinggevende mee aan de slag te gaan en te kunnen inzetten op welzijn is empathie en luisterbereidheid nodig.

We hadden het al over je idealisme, met welke bril kijk jij naar je doelgroep?

We moeten er zijn voor wie niet de volle kansen krijgt om deel te nemen aan de maatschappij. Soms is het aantal kansen die je krijgt effectief slechts te reduceren tot waar je wieg staat. Het is niet te onderschatten voor onze doelgroep hoe belangrijk onze werkvorm, begeleiding aan huis, dan kan zijn. Kenmerkend voor de doelgroep is namelijk dat zij de stap naar ondersteuning door verschillende redenen niet meer zelf kunnen zetten of de weg naar ondersteuning niet meer vinden. Wij maken dan de stap voor hen, vanuit respect en gelijkwaardigheid.

Ik wil daar graag nog aan toevoegen dat je intentie ook vanuit je hart moet vertrekken. Ik las recent onder een foto aan de Gaanderijen  in Oostende de zin ‘Enkel met je hart kan je goed zien’ en dat is volgens mij waar. Theoretische inzichten zijn nodig om te inspireren en bevruchten maar het is met ons hart dat we het werk uiteindelijk moeten doen. Hierbij pleit ik om naast taalgebruik, ook  bewust te zijn van je lichaamstaal. We moeten vanuit respect en gelijkwaardigheid met een hart trachten stimuleren en verandering teweeg brengen, maar ook waar nodig bescherming bieden, enzoverder.

Als je kijkt naar jeugdhulp, wat zijn dan positieve en negatieve evoluties die je hebt gezien?

Ik denk dat het belangrijk is om je niet te verliezen in kwantiteit of grootte. Het is best oké om een kleine organisatie te zijn en te blijven. Kwaliteit is iets waar je behoedzaam mee moet omspringen. Pas op, ik pleit hiermee niet voor allemaal kleine eilandjes. Ook wie klein is kan en moet zich open opstellen en durven samenwerken.

Wat ik ten goede heb zien veranderen is de mogelijkheden om in dialoog te gaan. Er zijn allerlei platformen voor afstemming en communicatie ontwikkeld, waaronder bijvoorbeeld Jo-In, maar ook de communicatie met het Agentschap is enorm geëvolueerd en tussen voorzieningen is lokaal ook heel wat samenwerking ontstaan.  

Zijn er nog mijlpalen geweest in je carrière waarbij we nog niet hebben stilgestaan?

De openheid die binnen jeugdhulp heerste was voor mij destijds een openbaring ten opzicht van het stuggere VAPH. Ook de kans om binnen mijn job een werking te mogen uitbouwen met iemand met wie het meteen zo goed klikte blijf ik met heel veel vreugde meedragen.

De momenten van uitbreiding met vzw Golfbreker waren natuurlijk ook mijlpalen. Van 2 medewerkers naar 11 medewerkers op vandaag, dat is toch wel een grote verandering met veel impact geweest. Ik vond het enorm boeiend om die transformatie in goede banen te mogen helpen leiden en in te blijven zetten op verbinding.

Het moment waarop we van een huurpand naar onze eigen gekochte stek verkasten in 2001 zal ik uiteraard nooit vergeten. Net zoals de viering van 20 jaar Golfbreker, met alle animatie en ook aanwezigheid van veel betrokkenen en oud-cliënten. De jaarlijkse gezinsuitstap zie ik nog steeds als een kroon op het werk. Die uitstap werd telkens gesponsord door service clubs en de bedoeling is om gezinnen te laten ervaren hoe fijn het kan zijn om met elkaar  eens weg te zijn. Het bood me telkens ook de kans om als verantwoordelijke voeling te houden met de doelgroep en de geest van de werking in je omgang met de gezinnen mee uit te dragen naar cliënten en medewerkers.

Nu kom ik met mijn pensioen aan de laatste mijlpaal en heb ik het geluk te mogen  ervaren hoezeer mijn werk gezien en gewaardeerd is door en dankzij vele betrokkenen en medewerkers. Ik beschouw het als een voorrecht mijn loopbaan gedragen te mogen afsluiten, het geeft mij  een warm  gevoel van voldoening, het gevoel dat mijn werk af is, waarbij ik hoop inspirerend te zijn geweest.

Stel dat je iets zou kunnen zeggen tegen de Trui die net gestart is 30 jaar geleden, wat zou dat dan zijn?

Blijf trouw aan jezelf, sta met je hart in je werk, met een open vizier. Durf compromissen maken, hou vast aan het beeld van de weegschaal, balanceer. Keur wanneer nodig gedrag af maar geen mensen, draag zorg voor medewerkers. Maar eigenlijk heb ik al die dingen steeds nagestreefd.

Wat ik mezelf wel nog zou aanraden is om te durven wachten met beslissingen nemen. Je kan iemand het gevoel geven gehoord te zijn  zonder ook meteen iets te hoeven beslissen. Bied een perspectief, maar neem je tijd om te beslissen.

Tot slot, wat is je hoop voor de toekomst van jeugdhulp?

Dynamiek is inspirerend! Er zijn veel inspirerende zaken maar je mag hierbij het oog voor de cliënt niet verliezen. Ik hoop dat het cliëntenperspectief dan ook zo goed mogelijk verder meegenomen wordt in de ontwikkeling van jeugdhulp. Blijf voeling houden met de doelgroep zelf, daar hoop ik op.

Ik heb alle ontwikkelingen, zoals ook deze omtrent kwaliteit van de hulpverlening, steeds als een kans gezien. Mijn hoop is dan ook om de kansen te blijven zien in alles wat zich aandient. En durf je de vrijheid toe te eigenen, vanuit je identiteit als organisatie, om kritisch te zijn en niet op zomaar alles ja te zeggen maar in te zetten op datgene waar je echt in gelooft.

Bedankt voor alles Trui!

Trui (helemaal links) en haar team van vzw Golfbreker

Benjamien Calsyn I Jo-In