Wettelijk kader

Om te beginnen, hoe zit dat met een gebeurlijk ongeval?  Dit zegt de wet:

In artikel 1385 van ons Burgerlijk Wetboek lezen we het volgende: "De eigenaar van een dier is aansprakelijk voor de schade die door het dier is veroorzaakt, hetzij het onder zijn bewaring stond, dan wel verdwaald of ontsnapt was." Wat betekent dat als uw dier schade of een ongeval veroorzaakt? Dan wordt dit opgevangen door uw familiale verzekering. Meer info hierover vind je bijvoorbeeld via: https://www.ethias.be/part/nl/tips-weetjes/familie/familiale-verzekering/schade-door-huisdier.html

Daarnaast zijn er ook manieren om als organisatie zelf actief een kader te scheppen.

Wouter, Lionshulp: "Wij zijn als voorziening verzekerd bij AG Insurance In de polis staat bij ‘Bijkomende vermeldingen’ het volgende : De maatschappij neemt er nota van dat de opgenomen jongeren wandelingen maken met honden van derden. Wij verzekeren u voor schade veroorzaakt door dieren, die onder uw bewaking staan buiten elke beroepsactiviteit. Wij verzekeren u ook voor de schade aan dieren van derden die onder uw bewaking staan buiten elke beroepsactiviteit.”

De hond als sfeerbewaker

Maarten, Oranjehuis: “Tijdens de corona-periode was wandelen met mijn hond soms nog bijna het enige dat mogelijk was als externe dagbesteding met jongeren. Er werd dan ook de afgelopen 2 jaar gretig beroep op mij en mijn hond gedaan. Binnen NAFT-trajecten ga ik ook vaak aan de slag met de hond. Bijvoorbeeld in klassen waar een gevoel van onveiligheid heerst kan een aantal sessies met een hond opnieuw voor respect en veiligheid zorgen. Een hond dwingt vaak een andere houding af van mensen en dat kan situaties ontkrachten. Jongeren die naar niemand luisteren zullen het soms wel kunnen opbrengen om voor mijn hond wat in te binden. Wie honden gewend is zal automatisch een bepaalde verantwoordelijke positie innemen en wie honden niet gewend is zal een meer afwachtende positie innemen. “

Tine, De Patio: “Een hond helpt mee de sfeer bewaken in de groep. Wanneer jongeren te geweldig worden toont de hond dit ook in zijn gedrag door zelf wat wilder te worden. Jongeren pikken dit op en zullen sneller wat gas terugnemen om de hond terug tot rust te laten komen. De hond houdt de groep eigenlijk een spiegel voor. Leuk weetje: wanneer ik mijn hond mee heb zullen jongeren ’s nachts niet op de gang lopen omdat mijn hond anders begint te blaffen.”

Carl, Oranjehuis: “Door met jongeren stil te staan bij problemen van honden (bijvoorbeeld wild gedrag) staan jongeren zonder het goed te beseffen toch ook stil bij hun eigen gedrag. Met jongeren die bij gesprekken over hun gevoelens al snel in het verzet gaan kan door begeleiding met dieren veel makkelijker gesproken worden over de eigen gevoelens.”

Maarten, Oranjehuis: “Er bestaat zoiets als een socialisatiebrevet. Dat heb je nodig om een therapie-opleiding te mogen volgen met je hond. Op zich is dit niet zo moeilijk te behalen maar het geeft wel een indicatie over de mate waarin je hond geschikt is om in groep te functioneren. Het zou een maatstaf kunnen zijn voor gebruik van honden in groepsbegeleiding. Mogelijks vallen oudere exemplaren met wat mankementjes (een beetje doof, slecht zicht, verminderde mobiliteit) er dan wel van tussen, wat misschien ook wel jammer zou zijn.”

Tine, De Patio: “Het is belangrijk om met logistiek duidelijke afspraken te maken over wat kan en wat niet (niet in de zetel, niet in de kamer van jongeren,…) en ook zal niet elke hond geschikt zijn om met jongeren in contact te komen. Sommige honden zijn gewoon van nature te wild, het is belangrijk dat het karakter van de hond toelaat om ook rustig te kunnen functioneren in een groep. Mijn hond voelt wanneer een jongere niet echt van hem moet weten. Hij zal dan wel even hallo zeggen maar niet verder het contact blijven zoeken. Op die manier zullen jongeren die geen fan zijn van honden ook weinig last hebben van zijn aanwezigheid.”

Tiffany, Kompani: “Jongeren die met geen stokken in beweging te krijgen zijn zouden voor een wandeling met de hond soms plots uren aan een stuk willen gaan wandelen heb ik ervaren.”

Zelfs werken met kippen, hoe banaal het ook klinkt, kan helpend zijn in een begeleiding. Bijvoorbeeld dagelijks de eitjes bij de kippen halen. Wie heeft toch wat schrik en waarom? Hierbij stilstaan kan helpen om over emoties te leren praten.

Equicoaching

Geert: "Reeds meer dan 10 jaar geven we vanuit ’t Roborstje en nu vanuit Amon Equicoaching. Deze manier van werken heeft meer dan zijn meerwaarde bewezen en we willen naar de toekomst toe dit project ook verder uitbouwen.

De methodiek van Equicoaching® is een vorm van ervaringsgericht leren. De coaching gaat over de ontwikkeling van mensen en de doelen die ze zich stellen. Eenvoudige oefeningen naast het paard stimuleren de jongere en/of zijn ouder(s) om deze doelen helder te krijgen en ze zelf te formuleren.

Door de oefeningen met het paard laten we elk gezinslid zichzelf ontdekken. Ze worden zich bewust van hun eigen gevoelens en gedrag, van hun eigen persoonlijkheid en hun capaciteiten en werkpunten. Ze ervaren de overeenkomsten tussen wat er tijdens de sessies gebeurt en wat in hun leefwereld gebeurt. Ze krijgen besef van vastgegroeide houdingen en gedragspatronen die in het verleden zijn aangeleerd en nodig waren. Die gedragspatronen houden ze in stand. Met Equicoaching® kunnen ze nieuwe patronen oefenen, leren ze beter communiceren met elkaar, vinden ze zelf oplossingen voor hun problemen.

Zowel volwassenen als kinderen kunnen beroep doen op Equicoaching®. Gezinnen met conflictsituaties kunnen door Equicoaching® terug meer harmonie vinden. Momenteel beschikken we over twee paarden: Spotlight en Giotta. Bethanie Denbaes en Hannelore Lefevere, beide Equicoach van vzw Amon campus ’t Roborstje, nemen dit project in handen. Jaarlijks begeleiden ze een tiental jongeren en gezinnen. Het project staat ook open voor alle voorzieningen van het Netwerk Oudenaarde."

Praktijkoefening met paarden

Kathy, aPart, bood de Jo-In overleggroep begeleiders verblijf een praktijkoefening met haar paarden aan. Als opwarmer borstelden we de paarden. Iedereen was aanvankelijk wat op zijn hoede, de grootte van de dieren maakt je automatisch nederig. Na de borstelpartij was het tijd om een parcours af te leggen. We mochten zelf een parcours met kegels, stokken, touwen ineen knutselen. De aanwezige vrouwen namen de leiding en begeleidden de paarden met verve doorheen het parcours. Als afsluiter dienden we als groep een paard, zonder fysiek contact te maken, doorheen een traject te leiden. Hierbij bots je al snel op eigen grenzen alsook die van het paard. Waar wordt het paard en jijzelf onrustig van en hoe zorg je terug voor rust? Het is onmogelijk om je dwingend op te stellen naar een paard, je moet samenwerken. Het dier moet rust en vertrouwen voelen vooraleer je iets gedaan krijgt. Een goede les in het begeleiden van jongeren.

Conclusie

Het werken met dieren wordt in al haar vormen door heel wat begeleiders als erg positief ervaren. Of het nu gaat over enkele kippen of konijnen op het domein, een hond op leeftijd die al jaren trouw meekomt naar het werk met zijn baasje, een jonge hond die ook extern met zijn baasje in NAFT-trajecten voor herwonnen veiligheid helpt zorgen in klassen, of een paard van 400 kg. Belangrijk is natuurlijk dat het dier zelf op zijn gemak is in contact met groepen, dat de werkplaats openstaat voor de aanwezigheid van dieren en dat goede afspraken gemaakt wordt over wat wel en niet kan met alle betrokkenen (jongeren, collega’s, logistiek,…). Zoals aan het begin van dit artikel te lezen was is er geen wettelijke reden waarom begeleiden met dieren niet zou mogen. Als organisatie kan je wel actief helpen in samenspraak een duidelijk kader te scheppen.

Maarten, Carl, Tine, Tiffany, Kathy, Wouter, Geert I VZW Jo-In