Ik begin licht te stressen. Hoe zal ik thuis geraken? Maar dan weergalmt opnieuw de omroeper: 'De volgende trein richting Gent zal vertrekken over 26 minuten. Op deze trein zullen tussen de 70 en 120 passagiers toegelaten worden, afhankelijk van het aantal dat uitstapt. Wie in aanmerking wil komen voor een plaats op deze trein, gelieve aan te schuiven tussen de nadarhekkens, met inachtname van de nodige afstand.' Er vormt zich onmiddellijk een lange rij tussen de nadars, steeds met 1,5 meter afstand. Als de trein aankomt, worden eerst de uitstappers van het perron geleid en geteld. Daarna gaat het hek voor het perron open en mag de rij wachtenden omhoog naar het perron. Een politieagent telt hoeveel personen de roltrap nemen. Ik ben nummer 76 en na mij kunnen nog een 15-tal mensen het perron op. Oef, met een half uurtje vertraging spoor ik naar Gent.

Wanneer we Gent naderen, wordt er op de trein omgeroepen: 'Wie wil overstappen in Gent Sint-Pieters, meldt zich op het perron bij de stewards. Die zullen de reizigers begeleiden naar het juiste perron en de juiste trein.' In Gent Sint-Pieters wacht een steward ons op met een bordje 'Antwerpen Gent-Dampoort'. Hij verzoekt ons in een rij voor hem te gaan staan, en zodra de rij compleet is, begeleidt hij ons, samen met twee agenten van de spoorwegpolitie, door het station naar perron 1, waar even later de trein naar Antwerpen aankomt. Als ik dit verhaal twee jaar geleden zou neergeschreven hebben, zou iedereen het situeren in een dystopische parallelle realiteit, waarin België verworden is tot een politiestaat. En dan nog zouden velen het ongeloofwaardig vinden. Het is hallucinant dat dit nu de nieuwe realiteit is van een treinreis op een zonnige dag.

Ook in de jeugdzorg gebeuren er hallucinante zaken. Een leefgroep van 10 adolescente jongens gaat in quarantaine na twee positieve gevallen. Zonder morren blijven de jongens 7 dagen op hun kamer, skippen hun weekendbezoek bij familie, volgen consequent de looplijnen door de leefruimtes, poetsen en ontsmetten ijverig deurklinken, wc-knoppen, … En als bij de tweede testing opnieuw twee positieve gevallen opduiken, doen ze hetzelfde nog eens 7 dagen langer. Wie twee jaar geleden aan een team begeleiders had gevraagd om ervoor te zorgen dat alle jongens gedurende 14 dagen op hun kamers blijven, zou de boodschap gekregen hebben dat dit een totaal onmogelijke opdracht is. En tóch deden ze het, niet omdat ze onder druk werden gezet, maar uit respect voor elkaar en voor hun begeleiders. Uit bezorgdheid om geen extra personen te besmetten. Het leven is niet normaal op dit moment, en bij momenten behoorlijk lastig. Maar wie goed rondkijkt, ziet ook onverwachte krachten opduiken rondom zich. Ook en zeker in de jeugdzorg, bij de medewerkers, maar ook bij onze jongeren. We moeten er aandachtig voor zijn deze krachten te erkennen, te versterken en te proberen behouden.

Hans Paredis I De Patio